De Goden heersen over de hemel en a

De Goden heersen over de hemel en aarde. De mensen hebben alles van de goden, leven en dood, armoede en rijkdom, vrede en oorlogen. Want de heerschappij van de goden brengt hen niet altijd vreugde, maar ook pijn en gevaren en ziektes. Goden zijn niet alleen op de Olympus, maar ook in vele tempels. De mensen vereren de goden in de tempels. Dikwijls gaan zij naar de tempels om de goden geschenken te brengen en te offeren. In de oorlogen zeggen zij tegen hen: Goden, luister naar onze gebeden. Wij brengen jullie immers geschenken en vertrouwen op jullie. Wij zijn in gevaar. Jullie moeten ons nu niet verlaten. Jullie redden ons uit de gevaren en pijn van de oorlog. Jullie moeten ons en onze kinderen beschermen. Goden, wees onze vrienden, opdat er geen oorlog meer is, maar vrede voor altijd. Goden zijn blij met de geschenken van mensen, maar niet altijd overtuigen de gebeden van de mensen hen

Resultaten (Latijn) 1:

Deos caeli et terrae dominari. Deos universi populi, vita et mors, paupertas et honestas, pax et bellum spectabat. Non enim semper in regno, sed etiam deorum periculisque dolor morborumque noverunt. Non solum dii in Olympo monte scribit, sed etiam multis in templis. Templa deorum veneratur populus. Templa deorum dona saepe ad victimam. Dicunt in bello eos quos audite preces. Denique et credat tibi dona feremus. Et periclitamur. Ne derelinquas nos. Belli periculis doloremque salvator. Habes nos et liberos tueri. Deos, amici quod bellum est, sed pace sempiterna. Propitiare muneribus deorum populi preces populi non persuadet semper